De bak onder de loep
Het ziet er een beetje krakkemikkig uit. Dat kan ook niet anders want voor de prijs kan je niet én kwaliteit leveren én geld verdienen. "Waaibomenhout" volgens onze aannemer.
Wat vooral opvalt is dat de bak precies een vierkante meter is. Maar wel in 16 vakken is opgedeeld door het houten raster. De vakken meten dus 25 bij 25 cm. Of eigenlijk nog iets kleiner.
Dat lijkt bijna hetzelfde als de vakken van de Makkelijke Moestuin die 30 bij 30 cm zijn. Toch schelen die paar cm een hele hoop. Een rekensommetje leert dat 30 bij 30 cm 900 cm2 is en 24 bij 24 cm maar 576. Dat scheelt 36%! Dat betekent dat je per vak een stuk minder ruimte hebt voor je planten. In een vak van 30 bij 30 kan je net 4 kropjes sla kwijt. In een vak van 25 bij 25 hoef je dat niet te proberen. Daar past er eentje in. Je kan het ook anders berekenen: in de standaardvak van de MM passen 16 vakken van 30 bij 30 cm, in de vierkantemetertuin maar 9!
Waarom 30 bij 30 cm? Toen Mel Bartholomew zijn SFG ontwikkelde heeft hij veel geëxperimenteerd met de afmetingen van de vakken. Hij kwam uiteindelijk op een voet uit. Deze Amerikaanse lengtemaat is iets meer dan 30 cm. 30,48 cm om precies te zijn. Dat is niet voor niets. In zo'n vak passen precies 16 uien, 9 bietjes, 4 kropjes sla of 1 tomaat. In de 25 cm vakken zijn dat er 9, 4, 1 en voor de tomaat heb je 2 vakken nodig.